Navigatie overslaan

Kolos­sa­le koffiekannen

Het lijkt wel alsof de kraantjeskannen (1-4) staan te wachten tot je een kopje koffie komt tappen. Dat gebeurt dan ook veel op de gemiddelde boerenbruiloft in de 19de eeuw. In die tijd wordt koffie een echte volksdrank. Je vindt in elke boerenkeuken wel een kraantjeskan. Je hebt ze van tin, koper en blik. Het liefst zo mooi mogelijk versierd. Japanse motieven zijn erg populair en later Drentse landschapjes. Op de boerenbruiloft staan de kraantjeskannen trots op tafel. Om alle gasten van het geliefde zwarte drankje te voorzien en om indruk te maken op de gasten. De Drentse schrijver Dubbeld Hemsing van der Scheer beschrijft ze als 'kolossale koffijkannen als torens eener vesting’. De kraantjeskan werkt eenvoudig. In de deksel meet je de koffie af. Die doe je in de buik. Daarbovenop giet je heet water. Het kraantje zit precies op de goede plek: de koffieprut blijft altijd onderin zitten. Zet je de kan op het bijbehorende komfoortje, dan blijft de koffie lekker warm. Wil je ook een kopje?