Navigatie overslaan

Ver­bor­gen veenschatten 

Je snijdt, steekt en legt turven op je slagkrooie. Tot die kruiwagen vol is. Dan breng je alles naar het zetveld. En begin je opnieuw. Erg spannend werk is het niet. Maar dan: KLINK! Je oplegger raakt iets. Het klinkt als metaal. Wat zou het zijn? Je graaft het uit. Wauw! Een leren zakje met 312 zilveren Romeinse munten (1)! 

Zo ongeveer ging het toen turfsteker Thomas Duinkerken in 1952 bij Barger-Compascuum deze schat vond. Er komen regelmatig bijzondere dingen naar boven uit het veen. Zoals het 5000 jaar oude schaaltje (2), prehistorische runderhoorns (3) en de vuurstenen dolk uit de vroege bronstijd (4). 

Maar het kan nog gekker. In 1921 is Harm Bergsma aan het werk bij Erica, als hij iets opvallends ziet. Het lijkt een hand. Voorzichtig steekt hij wat turf weg. Hier ligt iemand begraven, een mens! Harm haalt veldwachter Grooters erbij. Samen nemen ze een vreemde beslissing: ze snijden het lichaam in stukken. Grooters krijgt de voeten en een arm. (5) Waarom ze dat doen, weet niemand. 

Dit zijn enkele voorbeelden van de vele spullen en lichaamsdelen die tijdens het turfsteken gevonden worden. Waarschijnlijk zijn ze bewust achtergelaten, als offer aan de goden.