Zaal van de Idealen
circa 1900 – 1945
Hoe ver ga jij voor je idealen?
De ideale wereld. Hoe ziet die eruit volgens jou? Voor iedereen is dat anders. De één ziet een wereld waarin niemand nog hongerlijdt. Een ander ziet een wereld waarin we elkaar accepteren, ongeacht huidskleur of geloofsovertuiging. Jouw idealen bepalen vaak de keuzes die je maakt. Wat voor producten je koopt, bijvoorbeeld. Of op welke partij je stemt.
-
Zaal van de Idealen
Hoe ver ga jij voor je idealen?
De ideale wereld. Hoe ziet die eruit volgens jou? Voor iedereen is dat anders. De één ziet een wereld waarin niemand nog hongerlijdt. Een ander ziet een wereld waarin we elkaar accepteren, ongeacht huidskleur of geloofsovertuiging. Jouw idealen bepalen vaak de keuzes die je maakt. Wat voor producten je koopt, bijvoorbeeld. Of op welke partij je stemt.
De veelzijdige Chris Lebeau heeft ook idealen. Hij is veelzijdig omdat hij schildert, tekent, houtsneden en glaskunst maakt, stoffen bedrukt, sieraden ontwerpt, maar ook posters, kalenders, boekbanden, spotprenten en theaterdecors. Lebeau wil alles kunnen, tot in de perfectie. En zijn idealisme? Hij eet geen vlees – best bijzonder in de tijd waarin hij leeft –, drinkt geen alcohol en wil als anarchist een samenleving zonder machthebbers. Hij gaat behoorlijk ver voor zijn idealen en moet dat zelfs met de dood bekopen.
Verzamelingen
Audiotranscripties
-
Tastobject – Servet
Dit is een tastobject. Dit object mag je voelen.
Voor je hangt een wit servet uit de collectie. Het is gemaakt van damast, dat is linnen. Je mag eraan voelen. Het servet is geweven. Door op verschillende manieren te weven, ontstaat een tekening in de stof. Het zorgt voor een subtiel schaduwspel als je het servet door je vingers beweegt. Langs de rand van het servet is een patroon van vlinders geweven. De vlinders hebben een driehoekige vorm, die steeds gedraaid wordt waardoor de vlinders de ene keer met de kop en de andere keer met de staart naar de rand wijzen. Op elke zijde zijn vijf vlinders afgebeeld. In het midden van het servet staan bloemachtige, bijna vierkante vormen. Deze staan in drie rijen van drie en vormen daarmee een vierkant. Om de bloemen heen is een raster gemaakt van kleinere ronde bloemetjes.
Het servet is 68 bij 66 centimeter en is gemaakt door de producent E.J. van Dissel en zonen in Eindhoven. Het ontwerp van het servet is in 1906 gemaakt door Chris Lebeau. Lebeau is actief in de eerste helft van de twintigste eeuw en is van alle markten thuis: Hij schildert en tekent maar ontwerpt ook stoffen, postzegels, en allerlei andere gebruiksgrafiek en maakt vazen van glas, boekbanden, etcetera. Chris Lebeau gaat bij het ontwerpen van zijn patronen als volgt te werk: hij maakt schetsen van dieren en organische elementen in de buitenlucht. Daarna versimpelt hij deze figuren en vormen en zet hij ze naast elkaar totdat hij tot een patroon komt. Vervolgens wordt het tafellinnen of servet gemaakt. Door op verschillende manieren te weven, ontstaat een tekening in de stof, zoals deze vlinders. -
Transcriptie audioverhaal Chris Lebeau
‘Ik herinner me een schriele jongen met een broek tot op de draad versleten en een veel te grote herenjas. Zo zat hij dagelijks in de banken van de tekenschool. Het was maar al te duidelijk dat hij uit een arm gezin kwam. “Kind van het lompenproletariaat”, zo noemde hij zichzelf. Het was niet zijn verschijning waarmee hij indruk op me maakte, maar zijn talent. Ik ben Anna Leverington, oud-klasgenoot en ex-vrouw van kunstenaar Chris Lebeau. ‘Ik ben Karel Sluyterman, architect en ontwerper. Ik heb Chris Lebeau leren kennen in 1899, toen we beiden naar Parijs reisden. Chris wilde de kunstwerken bekijken waar iedereen op dat moment over sprak. Hij kwam pas van de tekenschool en was hard op zoek naar opdrachten. Ik zag het talent onmiddellijk. Die nauwkeurigheid, het vakmanschap. Lebeau beheerste de techniek tot in de puntjes. Toen ik een jaar later werd uitgenodigd om het Nederlandse paviljoen in te richten op de Wereldtentoonstelling, kon ik wel een paar nauwkeurige handen als die van Chris gebruiken. En zo werd hij mijn assistent.’
‘Je leert iemand pas echt kennen in tijden van nood. Ik heb Chris Lebeau leren kennen tijdens een van de grootste crises van Europa: de Tweede Wereldoorlog. Ik stond toen vaak model voor hem, en was ook zijn leerling. Mijn naam is Sixta Heddema. Om te blijven werken als kunstenaar moest Chris lid worden van de Kultuurkamer, de organisatie waarmee de Duitsers de kunst controleerden die in Nederland gemaakt werd. Chris weigerde lid te worden. Voor een man met zulke sterke idealen is bezetting het toppunt van onrechtvaardigheid.
Anna Leverington: ‘Chris vertelde vaak over zijn gezin. Over hoe zij woonden in het tochtige kelderhuis in Amsterdam. En hoe zij als socialisten betrokken waren bij rellen met de politie. Ik schrok toen ik dat hoorde, maar Chris leek er juist trots op.’
Karel Sluyterman: ‘De Nederlandse inzending voor de Wereldtentoonstelling bestond voor een deel uit werken gemaakt volgens de batiktechniek, een techniek die was komen overwaaien uit Nederlands-Indië. Het was een manier om met meerdere lagen verf stoffen te beschilderen. Binnen een mum van tijd had Lebeau zich de techniek eigen gemaakt, en werd hij er meester in.
Sixta Heddema: ‘Tijdens de oorlog begon Chris identiteitsdocumenten te vervalsen, zo overtuigend dat zelfs de Gestapo ze nauwelijks van echte kon onderscheiden. Hij werd vaak gewaarschuwd, “wees wat voorzichtiger met het delen van je politieke meningen.” Het mocht niet baten. In het najaar van 1943 werden Chris en zijn vrouw Sof Lebeau-Herman opgepakt door de Duitsers.’
Anna Leverington: ‘Wat ik nooit vergeten ben is zijn geboortebericht, geplaatst door zijn broers en zus in de plaatselijke krant. “Wij betreuren de geboorte van nóg een kind, omdat het betekent dat wij van onze ouders weer een gedeelte van ons eten en onze kleding moeten afstaan”. De ouders van Chris vonden het zo belangrijk om de allerarmsten te helpen dat zij ermee konden leven als hun eigen kinderen honger leden. In plaats van dat Chris zich tekort gedaan voelde, heeft hij het medeleven van zijn ouders altijd als voorbeeld genomen.’
Karel Sluyterman: ‘Na de Wereldtentoonstelling stroomden de opdrachten bij hem binnen. Samen met zijn vrouw, die ook kunstenaar was, runde hij een bedrijf. Ze maakten kussens, kleden, gordijnen, van alles eigenlijk, allemaal met de batiktechniek. Als socialist wenste Lebeau natuurlijk dat zijn werk ook verkocht kon worden aan klanten met een kleine beurs, maar batik was te kostbaar. Het was niet mogelijk. Zijn kwaliteitsdrang botste met zijn socialisme.
Sixta Heddema: ‘Zijn talent viel ook op bij de beruchte SS’er Fischer. Zonder dat Chris het zelf zo bedoeld had, kreeg hij privileges die anderen voor onmogelijk hielden. Zo mocht hij onder begeleiding zijn tekenmaterialen ophalen in zijn atelier, en zou hij zelfs vrijgesproken zijn als hij beloofde geen illegale praktijken meer te verrichten, zoals het maken van valse identiteitsbewijzen. Dat was hem natuurlijk zijn eer te na. Deze houding zorgde ervoor dat hij gevangen bleef. Chris werd naar een cel in Scheveningen gebracht, later naar kamp Vught, en nog weer later naar concentratiekamp Dachau…
Karel Sluyterman: ‘Na verloop van tijd liet Chris de batiktechniek rusten om voorwerpen te maken die toegankelijker waren voor een groter publiek. Zo kwam hij uit op tafellinnen. Later ging hij zichzelf meer als een beeldend kunstenaar zien, en vertrok hij naar Antwerpen om modeltekenen te studeren aan de Academie voor Schone Kunsten. Dat principiële bleef altijd in hem zitten. Zo heb ik gehoord dat hij postzegels ontwierp, maar zonder het gezicht van de koningin omdat hij tegen het koningshuis was. En toen hij glazen mocht ontwerpen voor de fabrieken in Leerdam en Wintersberg, hield hij het bij vazen, omdat hij geen alcohol dronk.’
Sixta Heddema: ‘In het concentratiekamp Dachau stierf hij aan uitputting, vier weken voor de bevrijding. In het geniep maakten zijn kampvrienden een afdruk van zijn gezicht. Ze begroeven hem met dat dodenmasker op. Zo hebben de Amerikaanse bevrijders hem gevonden. In 1961 is hij opnieuw en waardig begraven.