Zaal van de Mens
circa 50.000 voor Christus
Wat maakt ons mens?
Hoe stel je je een neanderthaler voor? Zie je dan een man met een laag voorhoofd en diepliggende ogen? Met veel haar over zijn hele lichaam en een dierenvel om zich heen? Grote, sterke armen en benen, een knuppel in zijn hand? Kan hij niet veel meer dan grommen? De typische holbewoner. Meer dier dan mens?
-
Zaal van de Mens
Wat maakt ons mens?
Hoe stel je je een neanderthaler voor? Zie je dan een man met een laag voorhoofd en diepliggende ogen? Met veel haar over zijn hele lichaam en een dierenvel om zich heen? Grote, sterke armen en benen, een knuppel in zijn hand? Kan hij niet veel meer dan grommen? De typische holbewoner. Meer dier dan mens?
Veel mensen hebben dit beeld, maar het klopt niet. Neanderthalers zijn intelligent. Ze maken geavanceerd gereedschap. Ze hebben emoties en gevoelens, zijn sociaal en leven in groepen. Ze dragen sieraden en maken kunst. Zijn ze dus meer mens dan dier?
Is er eigenlijk wel een verschil tussen mensen en dieren? Of zijn wij gewoon een van de vele prachtige diersoorten op aarde? De neanderthaler is niet onze directe voorouder. Eerder een soort verre neef. Een andere menselijke soort die veel op ons lijkt, maar een andere evolutionaire weg heeft bewandeld. En als je daarover nadenkt, zijn wij dan wel zo speciaal? Wat maakt ons menselijk?
Verzamelingen
Audiotranscripties
-
Tastobject – Vuistbijl
Dit is een tastobject. Dit object mag je voelen.
Ontdek deze bewerkte steen eens met je handen, maar pas op voor de scherpe randjes. Het is een nagemaakte vuistbijl van vuursteen. Hij is donkergrijs met witte vlekken erin. Door de druppelvorm en het formaat past de steen makkelijk in een volwassen hand. De vuistbijl is gemaakt door scherven van een vuursteen af te slaan met een hamersteen, van bijvoorbeeld kwartsiet, of met een stuk hout, gewei of bot. Daarbij probeert de maker de vuursteen een druppelvorm te geven met een punt en rondom scherpe randen. En een bolling om de vuistbijl goed vast te kunnen houden. Als je het oppervlak voelt, kun je ontdekken waar de scherven zijn afgebroken. Die plekken voelen erg glad, net als glas. Waar de steen nog ruw voelt, is er niets afgeslagen.
Kun je je voorstellen hoe je met dit gereedschap hout bewerkt, dieren vilt en vlees snijdt? Je kunt de steen op verschillende manieren vasthouden, afhankelijk van wat je er mee wilt doen.
In de vitrines in deze zaal liggen verschillende vuistbijlen. Ze zijn gevonden op diverse plekken, tussen 125.000 en 40.000 jaar voor Christus en gemaakt van vuursteen of helleflint, een hele harde steensoort.
De vuistbijl is hét ultieme steentijdvoorwerp. Vuistbijlen zijn handig voor van alles: dieren slachten, houtbewerken en vuur maken. Ze bestaan honderdduizenden jaren en door de tijd heen zien we de mode en traditie veranderen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de vorm die niet altijd op een druppel lijkt. Ook zijn er vuistbijlen gevonden die niet van vuursteen zijn gemaakt en soms komen er slecht vervaardigde exemplaren tevoorschijn. Misschien zijn die gemaakt door kinderen die het nog moesten leren.
-
Geurpunt – Berkenpek
Dit is een geurpunt. Hier kun je een geur ruiken.
Hier ruik je berkenpek. Dit is een zwart, kleverig goedje gemaakt van de schors van berkenbomen. In de prehistorie gebruikten Neanderthalers en de moderne mens dit als lijm, bijvoorbeeld om vuurstenen punten aan houten stelen vast te maken. Het ruikt rokerig, teerachtig en soms een beetje zoet. Dit komt doordat de schors verhit wordt tijdens het maken van de pek.
-
Transcriptie audioverhaal kampvuur
Hee, kom wat dichterbij. Kou in je botten, kunnen we niet hebben. Morgen moet je fit zijn, beetje soepel in de benen. Anders kun je die hele jacht wel vergeten. Want die mammoeten kunnen best hard rennen. Als ze willen.
We hebben je hulp hard nodig. Hoe eerder we zo’n beest pakken, hoe eerder we richting ‘t zuiden kunnen. Dan hebben we genoeg te eten. Want zo'n lange tocht op een lege maag, ja dat gaat natuurlijk nooit.
En we moeten zo snel mogelijk weg hier. Voordat het gaat sneeuwen.
Als je morgen heelhuids thuis wilt komen, moet je als de donder opletten nu.
Mammoeten leven in kuddes. Maar dan alleen de vrouwtjes. En hun jongen. Tja die mannetjes, die komen alleen even een vrouwtje dekken en zijn daarna verdwenen.
We pikken er eentje uit. Eentje die misschien wat moeilijk loopt, net wat langzamer is...
Hier vlakbij, in de rivier, is een oversteekplaats. Daar komen ze allemaal langs. Alle dieren.
En wie zitten daar verstopt, morgen? Juist, wij dus. En niet alleen de mannen. Iedereen gaat mee. Alleen de ouderen niet. En de hele kleintjes. Ja die lopen alleen maar in de weg.
Jagen is groepswerk.
"Hoorde je dat? Nee, da's geen mammoet. Da’s een edelhert."
Waarom we daar niet voor gaan? Hm, goeie vraag. Maar dat is veel werk, veel vlees. En ik heb liever veel werk en heel veel vlees. Heb je gezien met hoeveel we hier zijn?
Oké, let op hè.. We zitten daar dus, bij die rivier. En als ik het teken geef, rennen we naar voren. We drijven dat beest de rivier in en dan 'Tsjak'.
Klinkt simpel hè? Maar zo'n mammoet is gigantisch. Alleen als we samenwerken lukt het. Misschien.
Ik zou zeggen, ga vroeg slapen.
Ga ik hier nog even aan de slag …die vuurstenen,.. die speerpunten, die mogen wel wat scherper.
Want zo'n mammoethuid, daar prik je niet zomaar doorheen
Ik zie jullie morgen.